-
Woordpakket 19 - Tijd voor Taal accent 3
Je oefent op woorden met e, en(s), el(s) en er(s). Je kan de woorden op meerdere manieren inoefenen, zoals flitsen of typen. Aan de voorzijde van de flitskaart staat het woord languit geschreven en vind je ook steeds een afbeelding.
Deze woorden …
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Woordpakket 18 - Tijd voor Taal accent 3
Je oefent op woorden met be-, ge- en ver-. Je kan de woorden op meerdere manieren inoefenen, zoals flitsen of typen. Aan de voorzijde van de flitskaart staat het woord languit geschreven en vind je ook steeds een afbeelding.
Deze woorden horen bij …
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Woordpakket 17 - Tijd voor Taal accent 3
Je oefent a.d.h.v. flitskaarten op het verenkelen en verdubbelen. Je kan de woorden op meerdere manieren inoefenen, zoals flitsen of typen. Aan de voorzijde van de flitskaart staat het woord languit geschreven en vind je ook steeds een …
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Werkwoordspelling: Basisbegrippen
De basisbegrippen van werkwoordspelling worden in deze Powerpoint uitgelegd:
- infinitief,
- stam,
- persoonsvorm,
- enkelvoud of meervoud,
- tegenwoordige of verleden tijd,
- de uitgang.
Downloadbaar lesmateriaal (44)Leerkracht -
Woordpakket 16 - Tijd voor Taal accent 3
Je oefent op woorden net als markt en woorden met -g(t) of -ch(t).
Een reeks flitskaarten gemaakt met Quizlet waarmee je de woorden van woordpakket 10 van Tijd voor Taal accent 3 kunt oefenen. De woordenschat wordt ondersteund door afbeeldingen.
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Woordpakket 15 - Tijd voor Taal accent 3
Je oefent op woorden met eeuw, ieuw en uw. Daarnaast oefen je ook op woorden met -nk en -gt of -cht.
Een reeks flitskaarten gemaakt met Quizlet waarmee je de woorden van woordpakket 15 van de methode Tijd voor Taal accent 3 kunt oefenen.
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Woordpakket 14 - Tijd voor Taal accent 3
Je oefent op woorden met aai, ooi en oei. Daarnaast oefen je ook op woorden met g of ch.
Een reeks flitskaarten gemaakt met Quizlet waarmee je de woorden van woordpakket 10 van de methode Tijd voor Taal accent 3 kunt oefenen.
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Woordpakket 13 - Tijd voor Taal accent 3
Je oefent op verkleinwoorden op -tje, op -etje (met verdubbeling) en op -pje.
Een reeks flitskaarten gemaakt met Quizlet waarmee je de woorden van woordpakket 13 van de methode Tijd voor Taal accent 3 kunt oefenen.
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Woordpakket 12 - Tijd voor Taal accent 3
Je oefent op het verenkelen en verdubbelen aan de hand van enkele flitskaarten.
Een reeks flitskaarten gemaakt met Quizlet waarmee je de woorden van woordpakket 12 van Tijd voor Taal accent 3 kunt oefenen.
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Woordpakket 11 - Tijd voor Taal accent 3
Je oefent op woorden met -uw, woorden met -ond of met -or. Je kan op meerdere manieren met de flitskaartjes oefenen zoals flitsen, typen of studeren.
Een reeks flitskaarten gemaakt met Quizlet waarmee je de woorden van woordpakket 11 van Tijd …
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator -
Halloween: Geschudde letters
De letters van ieder woord zijn gemengd.
Sleep ze en zet ze in de juiste volgorde.Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 10 - Tijd voor Taal accent 3
Een reeks flitskaarten waarmee je de woorden van woordpakket 10 van de methode Tijd voor Taal accent 3 kunt oefenen. Je oefent op woorden met tweeklanken ei of ij en au of ou.
De woordenschat wordt ondersteund door afbeeldingen. Aan de …
Interactieve oefeningLeerkracht, ICT-coördinator