-
Woordpakket 14 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 14 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond woorden met een gedekte klinker in een gesloten lettergreep.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 13 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 13 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met een gedekte klinker in een gesloten lettergreep;
- hoofdletters en leestekens.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 12 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 12 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden met -ng en -nk.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 11 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 11 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met ch;
- samenstellingen;
- woorden met ee op het einde van een woord
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 10 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 10 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden waarbij je moet verenkelen en verdubbelen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 9 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 9 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden waarbij je moet verenkelen en verdubbelen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 8 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 8 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden waarbij je moet verenkelen en verdubbelen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 7 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 7 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden die eindigen op -lijk.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 6 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 6 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met ei of ij;
- woorden met d of t;
- woorden met g;
- woorden met -ng.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 5 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 5 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met ei of ij;
- woorden die eindigen op -ig;
- woorden die eindigen op -enen, -elen of -eren.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd
Je oefent het vervoegen van werkwoorden in de tegenwoordige tijd. Vul de tabel en de zinnen aan met de juiste werkwoordsvormen.
Interactieve oefening (4)Leerkracht -
Woordpakket 4 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 4 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden met ei of ij.
Interactieve oefeningLeerkracht