Hebben en zijn: Tegenwoordige en verleden tijd


Vervoeging van de werkwoorden hebben en zijn in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd.

Volgende soort oefeningen komen aan bod:

  • persoonsvorm zoeken in een zin;
  • die persoonsvorm in een werkwoordentabel;
  • werkwoord juist vervoegen in een zin. 

Meld aan of registreer om dit leermiddel volledig te bekijken

Registreren vraagt maar één minuut.
Leraren delen lesmateriaal en -inspiratie met jou
  • gratis lesmateriaal;
  • voor alle leeftijden en vakken;
  • makkelijk doorzoekbaar op lesonderwerp.
Registreer   Veilig en gratis
Je bent al lid?
Leerkracht

Ontdek ook