-
Woordpakket 8 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 8 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden waarbij je moet verenkelen en verdubbelen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 7 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 7 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden die eindigen op -lijk.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 6 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 6 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met ei of ij;
- woorden met d of t;
- woorden met g;
- woorden met -ng.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 5 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 5 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met ei of ij;
- woorden die eindigen op -ig;
- woorden die eindigen op -enen, -elen of -eren.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd
Je oefent het vervoegen van werkwoorden in de tegenwoordige tijd. Vul de tabel en de zinnen aan met de juiste werkwoordsvormen.
Interactieve oefening (4)Leerkracht -
Woordpakket 4 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 4 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden met ei of ij.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 3 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 3 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent de spelling van woorden die eindigen op -ig.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 2 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 2 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met g of ch;
- verenkelen en verdubbelen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 1 - Tijd voor Taal accent 4
Je oefent de spelling van woordpakket 1 uit de methode Tijd voor Taal accent 4.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met ei en ij;
- woorden met au en ou;
- woorden met aai, ooi en oei;
- woorden met eeuw en ieuw.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Kleding: Draaikaartjes
Kaartjes om de woordenschat over kleding te oefenen.
De kaartjes zijn vertalingen van het Hongaars naar het Nederlands.
Je kan maar vier keer de (gedeeltelijke) oefenset doorlopen in de gratis Quizletversie. Ook de test kan je maar één …
Interactieve oefeningLeerkracht -
Beroepen: Draaikaartjes woordenschat
Kaartjes om de woordenschat over beroepen te oefenen.
De kaartjes zijn vertalingen van het Hongaars naar het Nederlands.
Je kan maar vier keer de (gedeeltelijke) oefenset doorlopen in de gratis Quizletversie. Ook de test kan je maar één …
Interactieve oefeningLeerkracht -
In de supermarkt: Draaikaartjes
Kaartjes om de woordenschat over boodschappen doen te oefenen.
De kaartjes zijn vertalingen van het Hongaars naar het Nederlands.
Je kan maar vier keer de (gedeeltelijke) oefenset doorlopen in de gratis Quizletversie. Ook de test kan je maar …
Interactieve oefeningLeerkracht