-
Woordpakket 11: Kruiswoordraadsel - Tijd voor Taal accent 2
Met dit kruiswoordraadsel oefen je de woorden uit woordpakket 11 van de methode Tijd voor Taal accent 2.
Je oefent de spelling van woorden met drie medeklinkers vooraan (sch- en str-).
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 8: Kruiswoordraadsel - Tijd voor Taal accent 2
Met dit kruiswoordraadsel oefen je de woorden uit woordpakket 8 van de methode Tijd voor Taal accent 2.
Je oefent de spelling van woorden met ei of ij.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 7: Kruiswoordraadsel - Tijd voor Taal accent 3
Met dit kruiswoordraadsel oefen je de woorden uit woordpakket 7 van de methode Tijd voor Taal accent 3.
Je oefent de spelling van woorden op -elen, -eren en -enen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 16: Kruiswoordraadsel - Tijd voor Taal accent 3
Met dit kruiswoordraadsel oefen je de woorden uit woordpakket 16 van de methode Tijd voor Taal accent 3.
Je oefent de spelling van woorden met ch of g.
Interactieve oefening (4)Leerkracht -
Woordpakket 14: Kruiswoordraadsel - Tijd voor Taal accent 3
Met dit kruiswoordraadsel oefen je de woorden uit woordpakket 14 van de methode Tijd voor Taal accent 3.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met aai, ooi en oei,
- woorden met ch of g.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 12: Kruiswoordraadsel - Tijd voor Taal accent 3
Met dit kruiswoordraadsel oefen je de woorden uit woordpakket 12 van de methode Tijd voor Taal accent 3.
Je oefent rond de verdubbelings- en verenkelingsregel.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 6: Kruiswoordraadsel - Tijd voor Taal accent 3
Met dit kruiswoordraadsel oefen je de woorden uit woordpakket 6 van de methode Tijd voor Taal accent 3.
Je oefent rond de verenkelings- en verdubbelingsregel.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 4: Kruiswoordraadsel - Tijd voor Taal accent 3
Met dit kruiswoordraadsel oefen je de woorden uit woordpakket 4 van de methode Tijd voor Taal accent 3.
Je oefent rond de verenkelings- en verdubbelingsregel.
Interactieve oefening (4)Leerkracht -
Woordpakket 27: Kruiswoordraadsel - Tijd voor Taal accent 3
Met dit kruiswoordraadsel oefen je de woorden uit woordpakket 27 van de methode Tijd voor Taal accent 3.
Je oefent de spelling van woorden met ei of ij.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 25: Kruiswoordraadsel - Tijd voor Taal accent 3
Met dit kruiswoordraadsel oefen je de woorden uit woordpakket 25 van de methode Tijd voor Taal accent 3.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 21: Kruiswoordraadsel - Tijd voor Taal accent 3
Met dit kruiswoordraadsel oefen je de woorden uit woordpakket 21 van de methode Tijd voor Taal accent 3.
Je oefent de spelling van oorden met ei, au en ui.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 20: Kruiswoordraadsel - Tijd voor Taal accent 3
Met dit kruiswoordraadsel oefen je de woorden uit woordpakket 20 van de methode Tijd voor Taal accent 3.
Interactieve oefeningLeerkracht