-
Woordenschat uit thema 5 - Tijd voor Taal accent 4
Via deze quiz oefen je de woordenschat uit thema 5 van de methode Tijd voor Taal accent 4. Er wordt ook geoefend rond verwijswoorden en rond het gebruik van verkleinwoorden.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Infinitief en stam noteren
In de eerste oefening schrijf je naast elk werkwoord de stam. In de tweede oefening zoek je de persoonsvorm in de zin. Noteer dan de infinitief en de stam van de persoonsvorm.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Tegenwoordige of verleden tijd
Duid aan of de werkwoorden in de tegenwoordige of verleden tijd staan.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Infinitief van de persoonsvorm
Noteer de infinitief naast het opgegeven werkwoord. In de tweede oefenreeks moet je eerst de persoonsvorm zoeken in de zin. Noteer de infinitief van de persoonsvorm.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Persoonsvorm en onderwerp aanduiden - Tijd voor Taal 6
Duid het onderwerp en de persoonsvorm aan in de zinnen.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Werkwoorden aanduiden
In de eerste oefening duid je het werkwoord aan in een woordenreeks.
In de volgende oefeningen duid je de werkwoorden aan in de zinnen.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 3 - Tijd voor Taal accent 6
Met deze oefening oefen je de woorden uit woordpakket 3 van de methode Tijd voor Taal accent 6.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met y,
- meervoud op s of 's.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige en verleden tijd - Tijd voor Taal accent 6
Je oefent het vervoegen van werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd. Duid aan in welke tijd de zin staat, schrijf de infinitief van het werkwoord en vul zinnen aan met de juiste werkwoordsvorm.
Deze oefening hoort bij werkwoorden 1 van de …
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Woordpakket 2 - Tijd voor Taal accent 6
Met deze oefening oefen je de woorden uit woordpakket 2 van de methode Tijd voor Taal accent 6.
Je oefent de spelling van woorden die geschreven worden met i maar uitgesproken worden als ie.
Interactieve oefeningLeerkracht -
Woordpakket 1 - Tijd voor Taal accent 6
Met deze oefening oefen je de woorden uit woordpakket 1 van de methode Tijd voor Taal accent 6.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met c uitgesproken als k,
- woorden met c uitgesproken als s,
- woorden met th,
- woorden met een …
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Woorden met eu en ui: Thema 1, les 3 - De Taalkanjers 2
Met deze oefeningen oefen je de woorden uit thema 1, les 3 van de methode De Taalkanjers 2.
Je oefent de spelling van woorden met eu en ui.
Je kan kiezen uit volgende spelletjes: woorden overschrijven, flashcards, woordzoeker en galgje.
Interactieve oefening (3)Leerkracht -
Woorden met aai, ooi, oei, eeuw en ieuw: Thema 2, les 2 - De Taalkanjers 2
Met deze oefeningen oefen je de woorden uit thema 2, les 2 van de methode De Taalkanjers 2.
Je oefent rond volgende spellingsmoeilijkheden:
- woorden met eeuw en ieuw;
- woorden met aai, ooi en oei.
Je kan kiezen uit volgende spelletjes: woorden …
Interactieve oefening (3)Leerkracht